...

Wat kriebelt daar?

De lente is begonnen. Steeds meer kriebelbeestjes vinden hun weg in onze natuur. Een uitgelezen kans om met de ontdekkaart van PeuterLab aan de slag te gaan. De kaart ‘Wat kriebelt daar?’ Gaan jullie mee op avontuur?

Wat is het verschil tussen zand en aarde?

Wie durft met zijn handen de aarde in te gaan? Wie durft er met zijn handen in het zand te gaan? Laat maar zien.. Hoe voelt het? Steeds meer kinderen durven een poging te wagen. Wat is het verschil tussen zand en aarde? Er zal absoluut een kind zijn dat nergens voor terugdeinst en niet meer weg te slaan is bij de aarde en het zand. Komt er al een naam in je op? Er zijn absoluut kinderen die liever hun handen niet vuil maken, maar toch nieuwsgierig zijn. Ik weet zeker dat je weet, wie dit zullen zijn. Deze kinderen help je door schepjes en tangetjes aan te bieden. Zo kunnen ze toch meedoen!

ontdeksporen peuters
onderzoekend leren peuters

Eropuit!

Je gaat vast elke dag lekker naar buiten. Hopelijk heb je een super toffe buitenruimte met natuur. Heb je een versteende buitenruimte? Balen, maar er is vast wel een parkje in de buurt of een perkje van de gemeente. Wij trokken eropuit met vergrootglazen, loeppotjes, tangetjes, schepjes en een insectenbak. Op naar het park. Houd je van overzicht? Tip, geef duidelijk aan tot waar de kinderen mogen spelen en kriebelbeestje mogen zoeken. Zorg voor een centrale plek voor het uitlenen van de materialen en waar de diertjes worden verzameld.

Hallo Regenworm!

Ga met elkaar op zoek naar een plek aarde, begin erin te wroeten. Is deze aarde anders? Wat zien we? Wij hadden geluk en direct prijs, een mooie regenworm liet zich zien. Uiteraard werd deze direct onderzocht met een vergrootglas. Met grote ‘voorzichtigheid’ hebben we deze verplaatst naar ons wormenhotel. Wat ik zo heerlijk vind aan ontdekken, is deze fase! Je kunt ze namelijk ook even lekker hun gang laat gaan. Het moment om te observeren en kijken wat ze doen.

onderzoekend leren peuters
ontdeksporen peuters

Het ene kind gaat fanatiek beestjes zoeken. De ander vult vooral bakjes met aarde. Precies zoals de kaart van peuterlab voorspeld! Ik mis alleen het kind, dat totaal wat anders gaat doen, zoals de heuvel afrennen. Hij doet vast alsof hij een vliegend kriebelbeestje is. Peuters blijven peuters, lekker doen wat je zelf wilt, hoort daar zeker bij.

Een worm met heel veel pootjes

Tijdens de zoektocht komen de kinderen regelmatig de gevonden beestjes brengen. Sommige beestje kennen ze al, maar lang niet allemaal. Een mooie kans om de woordenschat uit te breiden. Dit kun je doen door hardop te verwoorden wat je ziet en hoort. “Kijk een worm”. Eenmaal in de bak blijkt hij niet weg te kronkelen, maar te lopen. Wat een verwondering! “Huh, die worm heeft pootjes en wel heel veel! Het is een duizendpoot”. “Die pissebed kriebelt zeg, o nu ligt hij ondersteboven”. Er zijn ook kinderen die niet weten waar ze moeten zoeken. Ze beginnen de moed te verliezen. “Ik heb niets”. Vraag aan de andere kindjes hardop waar zij de beestjes hebben gevonden. “Wat zijn de beste plekken om te zoeken?”. Natuurlijk mag je helpen door oud hout op te tillen of tegels. Wedden dat je pissebedden vindt. Buiten worden vaak nog meer dingen gevonden zoals bijvoorbeeld: bloemen. Ook deze kunnen bekeken worden met een vergrootglas.   

Turbo is zijn naam!

Oudste peuters zijn echt in staat voor meer uitdagingen. Soms wil je in de kinderkopjes kijken om te zien wat ze denken. Ze zijn namelijk zo ontzettend fantasierijk. Dit lukt door vragen te stellen. “Wat wil je proberen of ontdekken?” Dit is tevens het punt waarop je verschillende kanten op kan gaan. Het is daarom, absoluut niet gek dat verschillende groepen met hele andere onderzoeken komen. Ik zal je vertellen hoe dit proces bij ons verliep. De kinderen uit deze groep willen graag weten welke dier het snelste is. Mijn vraag was: “Hoe komen we hierachter?” “We maken een racebaan”. De volgende vraag is: “Wat hebben we hiervoor allemaal nodig?” Daar kwam de opsomming: finish, weg, beestjes en een scheidsrechter. Het is niet altijd mogelijk om hier gelijk op te anticiperen. Het kan zijn dat je materialen moet verzamelen, voel je dan zeker niet verplicht om alles op 1 dag te doen. Wist je dat nieuwe woorden pas beklijven als kinderen ze minimaal 7x hebben gehoord? Dus op basis van deze kennis is het juist goed om meerdere dagen met dezelfde ontdekkaart bezig te zijn.

ontdeksporen peuters
ontdeksporen peuters

Terug naar het onderzoek. Alle spullen zijn verzameld en het is tijd voor de race. Er ontstaat een kleine discussie welke dieren mogen racen. Het plan wordt: twee slakken, want anders is het niet eerlijk. Slakken zijn hetzelfde en even snel, aldus de kinderen. De slakken komen niet direct uit hun huisje. Dit is probleem 1. Hoe gaan we dit oplossen? Volgens een kind houden slakken van water, dan kunnen ze beter glijden. Dit kind begint water over de racebaan te gieten en ook een beetje aarde erbij, want normaal kruipen ze ook niet over papier. Na wat geduld komen ze uit hun huisje. Hebben ze 4 voelsprieten? Hoe zit dat? Tijd om hierover na te denken gunnen ze zichzelf niet. Probleem 2 dringt zich aan. De slak gaat de verkeerde kant op. Met steentjes wordt het parcours afgezet. Nu moet de slak toch wel weten, welke kant hij op moet? Slak 2 gaat niet vooruit. Nog meer water! “Dit duurt lang. Wat eet een slak?” vroeg een ander kind. Ik zei: “Blaadjes”. De kinderen beginnen nu de slakken te lokken met blaadjes. De blaadjes waaien weg, dit wordt slim opgelost door een steentje op de blaadjes te leggen. Er klinkt luid gejuich als ze denken dat het gaat werken. De kinderen maken zich druk om de slak. De slak is nu zo lang, dat ze bang zijn dat hij zijn huisje verlaat. “Dan is hij een naaktslak,” hoor ik een ander zeggen. “Deze gaat winnen, weet je hoe die slak heet?” “Nee, vertel?” “Turbo!” Ik vind het echt een hele passende bijnaam voor een slak! Slak 2 is wel uit zijn huisje maar staat nog steeds op de startplek. Een kind zegt: “dit lukt nooit. Dat is niet eerlijk”. Er worden pissebedden en een duizendpoot toegevoegd, misschien zijn die sneller.  Ondanks de afbakingen van de steentjes blijken pissebedden niet te luisteren. “Heeft die wel oren?” Je kan wel begrijpen dat bij deze opmerking, ik een binnenpretje heb. Het is tevens een mooie onderzoeksvraag voor de volgende keer. Intussen wordt er nog meer water gepakt voor slak 2. “Nee, een blaadje helpt beter, kijk naar de mijne. Die gaat winnen!” Ja hoor slak 1 komt over de finish en wordt met een bladje het bakje in gelokt. “Dat is zijn prijs”. De betrokkenheid bij dit onderzoek was enorm. De kinderen hadden het namelijk zelf bedacht!

De kijktafel in de groep

Alle beestjes nemen we in een insectenbak mee naar binnen. De wormen in het speciale wormenhotel, zodat we hopelijk over een paar nachtjes de gangen van de wormen in het echt kunnen zien. We maken een kijktafel. De kinderen kunnen dan regelmatig terugkijken naar de beestjes. Ik leg de vergrootglazen erbij, prentenboeken en informatieboekjes. We zorgen er met elkaar voor dat we deze beestje in leven blijven. Voor het weekend worden ze weer netjes buiten op het plein gezet. Voordat we ze vrij laten, moeten alle beestjes op de foto. De fotos’s printen we uit en hier maken we een eigen zoekkaart van. Dit is zo tof idee van PeuterLab.

In de echte wereld

Kinderen leren ontzettend veel van elkaar. Wat een ander kind doet, dat willen ze zelf ook graag doen. Zeker peuters! Breng de kijktafel onder de aandacht bij het naar buiten gaan. Wie wilt vandaag de vergrootglazen, insectenpotjes en zoekkaart mee naar buiten nemen? Ik weet zeker dat dit een activiteit zal zijn, waar de groep nog langer plezier van zal hebben. Op naar veel kriebelbeestjessafari’s en geniet net zoals mij van de opmerkingen van de kinderen.

Tenslotte een aantal tips voor een geslaagd onderzoek:

  • Zorg voor een introductie waaraan iedereen mee kan doen.
  • Zorg voor voldoende materialen en betrek de kinderen bij het verzamelen hiervan.
  • Het stellen van de juiste vragen is het sleutelwoord.
  • Zeg alleen wat je ziet en hoort en laat de kinderen het denkwerk doen.
  • Laat de kinderen problemen zoveel mogelijk zelf oplossen.
  • Ruim na afloop niet alles op, maar geef de kinderen de kans om de activiteit nog eens te herhalen.
  • Geniet!

Meer blogs