Samen een thema opbouwen (deel 2)

Door Klaske Homsma
In dit tweede deel neem ik jullie mee naar de wijze waarop ik het thema ga starten om een stevige basis te leggen voor het vervolg in de uitvoering. De fases die kenmerkend zijn bij PeuterLab en KleuterLab zullen herkenbaar in dit blog terugkomen.

Tijdens de verschillende fases van het thema zal ik samen met de kinderen betekenisvolle en samenhangende activiteiten aanbieden. Hoe ontstaan hierbij beredeneerde keuzes voor al onze kinderen? In vier delen vertel ik hoe ik samen met de kinderen een thema opbouw. Heb je deel 1 gemist. Lees dan eerst die nog even.

Het thema laten groeien

Ik merk dat het spel op dit moment nog erg dicht bij het inrichten van het binnenverblijf van de krokodil blijft. Ik probeer te ontdekken welke spelimpulsen de kinderen nodig hebben om het thema te laten groeien.  ‘Nu het buiten koud is, zou het voor andere dieren ook fijn zijn dat zij een warm winterverblijf hebben’. ‘En de krokodil heeft het erg fijn in zijn binnenverblijf.’  ‘Zouden jullie knuffeldieren het ook gezellig vinden om in zo’n heerlijk warm verblijf te wonen, waar zij door jullie kunnen worden verzorgd?’

We zijn samen aan het verkennen en ontdekken. De kinderen vinden dit een goed idee en de knuffeldieren worden meegenomen van huis en krijgen een eigen binnenverblijf. Samen hebben we al bepaald hoeveel voedsel ieder dier nodig heeft en ook hebben we dit in een schema gezet. In de dierenverzorghoek hebben we een spelscript gemaakt waarbij de kinderen een takenlijst hebben ontworpen. Voor vandaag is dit het schoonmaken van de hokken.

Doe een beroep op de zintuigen

In de zelfgemaakte voederbakjes wordt het aantal schepjes voer zorgvuldig geteld en gewogen om alles eerlijk te verdelen. Terwijl we hiermee bezig zijn roept een jongste kleuter: ‘De slang heeft gepoept.’ En inderdaad, de kastanjes die gebruikt worden als voedsel lijken er best wel op. En ik grijp dit spontane moment aan waarbij ik zoveel mogelijk een beroep wil doen op alle zintuigen .. Ik ruik…’Bah wat stinkt het hier’…ik voel….’Wat is dit zacht’…ik hoor….’De slang slaapt’…en vraag: ‘Wat gaan we nu doen?’

Op deze manier probeer ik aan te sluiten bij het spel van deze jongen en hiermee ook taal toe te voegen. Ik neem een onwetende houding aan. De jongen zegt: ‘Schoonmaken.’ Ik herhaal: ‘Moeten we het verblijf schoonmaken?’ …. ‘Hoe dan??’ En dan valt het even stil, ook als ik voldoende denktijd geef. Ik probeer taal te verbinden. ‘Als ik mijn hond uitlaat, gebruik ik een zakje om de poep op te ruimen.’ ‘Zullen we naar de souvenirwinkel gaan en vragen of zij een zakje te koop hebben?’ Door andere kinderen in andere hoeken erbij te betrekken verrijk ik de taal en het spel. Helaas zijn deze niet te koop. Wel ontdekken we een grote aardappellepel en een pan waar we de poep in kunnen scheppen. En terwijl de slang slaapt, maken wij het verblijf schoon. 

Koppelen aan de echte wereld

Hiermee kan ik een mooie koppeling maken naar de echte wereld. Wanneer iedereen in de kring zit, blikken we terug op de speelwerktijd. Ik laat deze jongen het verhaal vertellen van de slang. We vinden het met z’n allen een erg grappig verhaal. ’Hoe zit dit eigenlijk als wij naar de wc gaan?’, vraag ik. ‘Moeten wij de wc ook verschonen?’ Alom hilariteit.

’Nee!’, roept één oudste kleuter op het puntje van zijn stoel. ‘Dat wordt weg gespoeld.’ ‘Is dat bij jullie thuis ook zo?’, vraag ik. En de verhalen komen los. Over de wc boven, over een pot, overstromingen en wie er thuis zo stinkt. Ik grijp dit moment aan als introductie om de fasen van het onderzoekend leren toe te passen.

Ik begin met het ophalen van de voorkennis en merk op: ‘Weggespoeld?’ ‘Hoe zit dan dan?’ ‘Er zit een buis onder.’, zegt de jongen. ‘Dus als ik het goed begrijp spoelt er water door de buizen.’ ‘En dan?’ ‘Wat gebeurt er met het water dat door de buizen spoelt?’ Zo stellen ik allerlei denkvragen. Ik ben op zoek naar haakjes in het brein en ontdek wat de kinderen er al van weten. ‘Dit komt in de riolering.’, weten een paar kinderen te vertellen.

Niet iedereen heeft een beeld bij ‘riolering’, dus dat zoeken we via het Digibord op. Dan zeg ik: ‘De riolering van onze school zou ik wel eens willen zien’. Een oudste kleuter zegt: ‘Dat kan niet want die zitten onder te grond.’ ‘Hier?’ ‘Ook onder de school?’, vraag ik. ‘Wat zou er eigenlijk gebeuren als ik de wc doortrek?’ (Hypothese)

Hier moet even over nagedacht worden. ’Zullen we buiten kijken of we er achter kunnen komen hoe het zit?’ En zo komen we in de fase van het spel en onderzoek.

We ontdekken een heleboel putten en riooldeksels. We ruiken en luisteren goed of we water horen stromen. En als we de wc doortrekken zien we geen water op straat. Zo ontdekken we dat het water onder de grond blijft. We hebben papier meegenomen en elke keer wanneer we een put zien, zetten we een kruis. Het valt één van de kinderen op dat de putten tegenover elkaar zitten. Ondertussen breng ik variatie aan door te vragen hoeveel stappen er tussen beide putten zitten. Elke keer wanneer we een put tegenkomen zijn de kinderen helemaal enthousiast. Terug in de klas tellen de kinderen het aantal kruisjes dat is gezet, zodat we er achter komen hoeveel putten we zijn tegengekomen. Dit gaan we vervolgens vergelijken.

Het stellen van leervragen

Ik ga nog wat dieper in op dit onderwerp en stel meer denkvragen

‘Waarom zouden er zoveel putten zijn?’ ‘En waarom zagen we verschillende putten?’ De verklaring is heel logisch. Omdat er zoveel mensen wonen. Op deze manier evalueren we het onderzoek.

Tijdens de speelwerktijd in de middag wil ik het onderzoek verdiepen en vraag ik of we misschien een binnenverblijf kunnen ontwerpen, waarbij wij ook een riolering kunnen aanleggen. Eerst wordt er een bouwtekening gemaakt en later in de bouwhoek wordt dit nagemaakt.

Vooral het verhaal dat de kinderen in woorden presenteren is prachtig. Het geeft veel inzicht in hoe kinderen denken. Het brein van de kinderen wordt op deze manier nog meer uitgedaagd en de betrokkenheid is enorm. 

In korte tijd hebben de kinderen veel geleerd waarbij het onderzoek ten dienste stond van het kind. De taal en woordenschat werd uitgebreid en het creatief denken op speelse wijze gestimuleerd. Deze invulling had ik vooraf niet kunnen bedenken. Een prachtige fase is aangebroken om richting de uitvoering van het thema te gaan. En het is juist leuk om eens even een uitstapje naar de riolering te hebben gemaakt. Hoe de uitvoering verder gaat kunnen jullie lezen in mijn volgende blog. 

Meer blogs