Spijbel Snoei en Struikel spel

Beschrijving

Dit spel speel je zo

In dit doosje vind je vier soorten kaartjes in vier kleuren. Elke kleur staat voor een onderdeel waaruit het bouwen aan een lerende organisatie zou moeten bestaan:

1) Blauw = Structuur: Het is belangrijk dat de organisatie een structuur heeft waarin informeel leren een plaats krijgt. De blauwe speelkaartjes helpen om in de organisatie ruimte te maken voor informeel leren.

2) Groen = Cultuur: Wanneer je werkt aan een cultuur van informeel leren, wordt leren van en met elkaar een gewoonte en uw team een echte professionele leergemeenschap. De groene kaartjes helpen hierbij.

3) Geel = Leiderschap: Iedereen kan leidend zijn op een bepaald terrein. Het delen en erkennen van ieders leiderschap is tijdens informeel leren van belang. Zo kan ook iedereen echt eigenaar zijn van zijn eigen leerproces en stroomt de kennis in en door de organisatie. De gele kaartjes helpen je op weg.

4) Rood = Persoonlijke vaardigheden: Natuurlijk zijn er ook een aantal persoonlijke kenmerken die helpen bij informeel leren en leren op de werkplek, wat bij uitstek een sociaal proces is. De rode kaartjes helpen om deze persoonlijke vaardigheden uit te bouwen.

Waarom werken aan een lerende organisatie

In deze tijd van voortdurende verandering is een lerende organisatie opbouwen geen overbodige luxe. Uit wetenschappelijk onderzoek weten we dat in een lerende organisatie:

• men in staat is in te spelen op de veranderende vraag van buiten.
• mensen open staan voor innovatie.
• het leiderschap gedeeld wordt.
• de cultuur naar buiten toe gericht en open is.
• je mag experimenteren, je fouten mag maken.
• medewerkers worden gestimuleerd om creatief te zijn.
• medewerkers zelf de regie nemen.
• het werk zo ingericht is dat er in het werkproces van en met elkaar geleerd kan worden.

Easy does it: leren op de werkplek

Een van de belangrijkste bronnen van een lerende organisatie zijn de medewerkers zelf. Zij bezitten een schat aan kennis die zij via diverse manieren van leren hebben opgedaan en kunnen opdoen. Formeel via bijvoorbeeld een studie en informeel via bijvoorbeeld een ervaring op het werk. De verhouding tussen formele leerervaringen en informele leerervaringen is ongeveer 10% versus 90%. De werkplek is dus de grootste leerschool voor werknemers! Goed nieuws als je wilt gaan bouwen aan een lerende organisatie.

Informeel leren

Belangrijk bij informeel leren zijn de leervragen die tijdens het werk ontstaan en de cultuur waarbinnen het leren plaatsvindt. Werken in een lerende organisatie vraagt vaak andere vaardigheden van medewerkers. Het bouwen aan een lerende organisatie vraagt ook om het informeel leren, het leren op de werkplek goed te organiseren, zodat zoveel mogelijk kennis en vaardigheden binnen de organisatie worden ontsloten.